woensdag 11 mei 2011

Slotaccoord



De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.
De performance heeft plaatsgevonden in het MMKA op 1 mei. Van 'the making of' is een boekuitgave verschenen met beeld, poezie, mijmeringen, krabbels, composiities over het maakproces. Speciale etsen werden gemaakt voor het boekomslag door Emmy Chau. Fotoos Kropot. Tekst Sjoerd Schwibettus. Ontwerp met Serena Kloet. Uitgave WalkingFaces.nl (bestellen via sjoerdschwibettus@walkingfaces.nl)

Slotakkoord

We praten na in de tuin – het laatste slot akkoord.
Alles is al een keer gezegd. We raken in discussie over de constructie.
Was het mime? Het is als een legpuzzel waar geen afbeelding op staat en waar je maar ergens begint te bouwen. Hoe je uitkomt is elke keer anders.
De beperking ook die je je zelf oplegt.
Ik leg uit dat ik heb gezocht naar energie i.p.v. vorm en hoe dat te vangen en aan te sturen en niet vast te leggen.
Op scherpte, op de rand, moest wel een soort van transparant gevecht zijn. De worsteling voor de mime. Voorbij de vorm zeg maar.
In het museum kwam de inhoud tot zijn recht. In het theater was door de concentratie van 1 richting kijken het fysiek spannender.

Verhaal
Wie vertelt het verhaal? Patrick vond het prachtig juist dat er nergens op door werd gegaan en dat daardoor de kijker het verhaal moet maken en zich dat realiseert. Het is als de uitgesleten voet van Petrus beeld De Piëta (13e eeuw)in Pieterskerk Dat die door al die jaren heen door de vele kussen van bedevaartgangers is uitgesleten.

Kippevelmomenten
Ben ik de pen of het papier? Vroeg Patrick me.
Dat de performance zich terughoudt in het verhaal en dat het je als kijker overkomt dat je zelf het verhaal bent, is de kracht. Hoemeer kippevelmoemnten hoe trefzekerder het de tijd bevriesd.
Nelleke is onder de indruk geraakt van de werkwijze en de reikwijdte van de mime stijl, dat ze daar even heel dichtbij kon.

Opgetrokken wenkbrauwen
Is het high art?
Zoiets als high tea. Voor ingewijden. Wel zeer specifiek gericht en ook als onderzoek een speciaal ding.
De kracht zit in het intrinsieke. Dat is daarmee niet afgesloten maar juist open. Ook voor heel veel mensen die nog nooit iets dergelijks hebben gezien. Ze zullen zeggen, ze zullen waarschijnlijk zeggen dat ze er niets van snappen, maar daarna komt het verhaal.

Bevroren Tijd


De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.

Het is gelukt om de tijd en de spanningsboog in steeds 3 x 8 minuten te houden.
De cello is de factor tijd.

Verrassend dat de tijd alle keren tijdens de performance vrij exact alle delen 8 minuten is gebleven.
Het museum versterkt
Alle beweging die zo geconcentreerd in het theater heeft bestaan heeft de neiging in de open gaanderij van het museum groter te willen zijn. Er is meer licht, er is meer ruimte en er zijn meer kanten van kijken.

Vooraf oefenen we nog een keer. Terwijl we fragmenten doornemen en aan de akoestiek en ruimte wennen, lopen we bezoekers tegen het lijf die volop geïnteresseerd blijven kijken.
Dank je zeggen ze en wij opgetogen Graag gedaan.

Alles wordt vergroot in het museum. We moeten nog ingetogener zijn, terughouden, niet jezelf laten verleiden tot groter, maar terug houden in verstilling.
De 2e performance in het museum lukt dit goed.
De eerste performance is gekker en opstandiger en het kost veel moeite om met de focus dichtbij erin te blijven.

Stofzuiger
Terwijl Sarah toonladders oefent en ik met haar mee brom, roept Anoushka ontwapenend: ‘Vraag je of ze stofzuigen straks?’ het auditorium is met witte voetstappen op het keurige koningsblauwe vloerkleed bezaaid.
We hebben even adempauze, moeten ons opnieuw kleien, omdat het meeste na de 1e performance eraf gebrokkeld is.
Tante Emmy, tante Emmy, roepen Ruth en Cornée dan: wil je mij alsjeblieft met het hemd helpen?


Murmelen
Later in het MMKA horen we nog meer terug over de performance:
• Een soort van murmelen, rafelige kanten, dat je wegbent maar ook weer terug komt,
• Alsof je hier niet bent maar toch wel wil zijn. Als rafels die loslaten.
• Beklemmend. Soms heel veel gekte en als de dood van Pierlala.
• Zoveel uitdrukkingen die voorbij komen.
• Een soort van zijn, bubbelen.

Leven na de dood
• de expositie is helemaal tot leven gekomen.
• 2 d en 3 d bij elkaar, performance heeft de schilderijen en tentoonstelling tot leven geroepen
• Bijzonder vind ik het dat niet een van de drie presentaties hetzelfde is. Niet in de mime-dans en niet in de muziek
• Dat vasthouden op het randje van vallen. Onverwachts, vrolijk en dan weer heel stil en bevroren in de tijd. Ongelooflijk mooi.
• de verwondering over de oer-kracht van de mens, iets waar geen woorden voor zijn
• de cello tergend mooi en wreed en sarcastisch
• ijl en ver weg maar het komt heel dichtbij.
• Je ziet zoveel en het houdt je vast, dat je niet durft te bewegen.
• De gezichten van de portretten lijken in jullie terug te komen.
• Ik had de sterke associatie dat jullie hen waren en zij jullie, de beelden vloeiden soms in elkaar over.
• Ik was getroffen door de krankzinnige, waanzinnige, vermoeid vechtende mens, een mens die hulpeloos zoekt naar contact.
• Het stilstaan voor de schilderijen met de ruggen naar ons was voor mij aangrijpend, hierdoor werden de portretten voor even weer levende mensen en kregen ze respect.
• alle uitdrukkingsmogelijkheden in jouw lijf heb je gebruikt om een
beeld op te roepen van de stervende mens.
• de cello kwam vanuit een andere plek in het heelal lostokkelen en verklanken


(Snorri Sturiuson Icelandic stamhoofd en historicus 1179-1241)

Morior ergo sum Ik sterf, dus ik ben, zegt Heidegger. Anneleen moest sterk denken aan ‘geworpen ontwerp’ van Heidegger. Hij zegt dat
We zijn in het leven geworpen in een bepaalde tijd en cultuur. Daarmee is de mens veroordeeld tot vrijheid. Dat komt vooral omdat de mens in de zijn bestaan zelf moet ontwerpen. Sein-zum-Tode, zegt Heidegger ook. Dood en niets zijn hetzelfde. Vandaar zijn uitspraak morior ergo sum (ik sterf, dus ik ben)

Citaten zijn niet letterlijk weergeven en opgenomen in mijn eigen zinnen.
Dank aan Anneleen en Hans Hoefakker (a.h.hoefakker@chello.nl
Dank aan Nelleke Verweij, Patrick Feijen, Joris Meijaard en Dénise Bänffer, Wim Hage, Jan van der Wees, Jos Witsiers, Jan en Gerda van Haaften, Gijs van Ulsem, Bart, Miriam Windhausen(curator expositie), Hilde en Arjan van Poeijer e.a.


Gezichten
Veel mensen die ik spreek zijn onder de indruk, vinden het heftig en intens en verwonderen zich met name over het grote scala aan uitdrukking in mijn lijf.
Het is waar dat ik me bij dit onderzoek beslist thuis voel.
Jaren geleden maakte ik een tijd lang elke dag hoofden van klei – steeds andere gezichten die in mijn eigen hoofd zaten en die ik kwijt moest. Het werden er talloze.
De doodsportretten van Jan van Herwijnen zitten ook in mijn systeem en de vergankelijkheid wilde ik vangen. De kwetsbaarheid en de kracht van leven en dood.
Dat smalle richeltje dat je loopt en waarop je probeert te blijven. Je wilt niet weg, je wilt blijven.
WalkingFaces: de naam is ontleend aan Kenneth Patchen, een schilder – poeet die zeer sterke impressies maakte van de donkere en moeilijke kant van het leven. WalkingFaces zijn wandelende gezichten, een landschap vol mensen, leven, en poëzie. WalkingFaces is voor mij lijfelijke poezie.

Le Enfants du Paradis


‘Les enfant du paradis”

De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.

Performances in Parktheater
We spelen 2 keer. Deel 1 – 2 – 3 achter elkaar.
20.00uur en 21.00uur.
De eerste keer worden we verrast door kinderen in het publiek.
Omdat ik continu in mijn cocon zit zie ik niemand. De focus blijft dichtbij en ook al zijn de gezichten open gericht, we zien elkaar en het publiek ook niet. We blijven in een staat van zijn naar binnen toe gericht.

‘Les enfants du paradis’
De eerste in het Parktheater is zeer intens en heftig. Na elk deel geef ik met woorden aan: eind deel 1, overgang deel 2. Aan het eind zeg ik: eind deel 3.
Dan haal ik adem en kijk rond naar de anderen. En zie tot mijn verbazing bekende vrienden met hun kinderen. Die vervolgens meteen op mijn nek klimmen, Juliette en Freek allebei tegelijk. Groot vermaak.
Er zijn nog meer vrienden en kennissen. 9 man in totaal.

• Intens. Heftig. Indrukwekkend.
• Dat je zoveel uitdrukkingen in je lijf hebt
• Echt prachtig. Ik klap niet, maar ik vind het echt prachtig. Echt heel mooi.
• Mijn adem wil nog niet. Ik ga helemaal mee en houd mijn adem in van spanning.
Anneleen is er verschillende keren bij. De 2e performance vindt ze heel anders.
Gekker. Luguber ook.

kaartenhuis of legpuzzel


De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.

De ziel is gewicht
Het dragen van elkaar laat zien hoe we elkaar meenemen in het leven.
Hoe we kind zijn en ouder, hoe we elkaar kwijtraken, hoe veel ziel we torsen.

In de eerste workshop introduceerde ik een sprongetje. Om zo te leren het gewicht van de ander te dragen zonder al te veel toeters en bellen. Je staat beiden frontaal naar voren naast elkaar. 1 springt in de armen van de armen, de ander hoeft alleen maar zijn armen op te tillen en het ‘kluitje’ op te vangen. Als je dat te laat doet zit het gewicht in zijn gang naar beneden en moet je ‘beuren’ (loodzwaar).

De sprong moet eigenlijk door blijven gaan naar boven, zodat het keerpunt – ook in spanning loslaten – niet optreedt en de spanning en de weerstand van 2 verstrengelde lichamen geeft een fantastische sculptuur.

Kaartenhuis
Cornée en Ruth zijn geweldig in het leren.
Cornée hijgt af en toe uit en voelt dan even of alles nog op zijn plaats zit.
Hij is vast een goede aankomende theatermanager (die studie volgt hij) maar ook een begenadigd beweger. Ruth heeft een geweldige concentratie en zoekt met haar nieuwe partner naar openingen en manieren om zo zonder al te veel omhaal direct tot de kern door te dringen en het sociale lijf en de intimiteit ervan te doorbreken.
Enige onwennigheid is er natuurlijk wel. Maar dat wordt steeds meer afgebroken en in de plaats zie je nu een duet dat zich kan spiegelen in geoefende dansers.
Eigenheid is volop zichtbaar en dat wil ik ook.
Juist dat kenmerkt de mime als bewegingskunst.
De intentie en de drijfveer achter de beweging is steeds in het spel zichtbaar.
Je passeert honderden uitdrukkingen waar je steeds richting aan geeft.
Stap voor stap, als een kaartenhuis. Zo ontstaat een constructie die steeds verder reikt. Of als een legpuzzel zonder afbeelding.

Flamboyant
Als we af en toe pauzeren wordt er driftig gebeld.
Naar het thuisfront en vriend – vriendin wordt bijgekletst. Dan valt de intensiteit van hen beiden weg en zijn ze met open blije gezichten aan het lachen.
Cornée heeft naast een geweldige intensiteit in zijn concentratie en beweging ook een heel flamboyante oogopslag en gezichtsexpressie. Ruth kan heel mooi olijk kijken en genieten.

De voet en cherubijntjes
Anoushka is ook helemaal bij. Ook al loopt haar voet nog niet vlekkeloos – ze heeft een blessure opgelopen 2 weken geleden in een Parijs theater waar ze met haar nieuwe jeugdvoorstelling speelde. Ze brak haar 5e middenvoetsbeentje (niet helemaal door gelukkig).
Dat is afzien. De voet moet in beweging blijven maar moet niet teveel belast met gewicht.
Iedereen geeft haar advies. Per slot is een dokter, een bewegingsdeskundige en een fysiotherapeut aanwezig in onze gelederen. 

We hebben veel van te voren doorgesproken en Anoushka heeft zich op het materiaal gestort. We voegen in haar basis beweging enkele gebroken articulaties toe aan lange getrokken kromming en verplaatsing. Daarmee wordt de dynamiek haperend en meer open. We gaan met Sarah eerst de ontworpen compositie voor deel 3 uitproberen samen met de outline, ruimte en de opzet van beweging.
Kijken of de cherubijntjes en de motorgeronk in de opzet en in de gekozen frasering van de cello klanken werkt met de bewegingschoreografie.

De godenboogjes



De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.

In het Park theater werken we met Cornee en Ruth op 29-4-2011 voor het laatste deel Geleende Lichamen - De Ziel
Ik leid ze stap voor stap de diepte in.

De godenboogjes
Vanuit het middel =bewegende boog van het totale lijf.
Ook voeten doen daarin mee, alles wordt ingezet om zo vanuit het midden tot een perfecte omhooggespannen boog te komen.
Als docent vind ik beweging en methodieken uit, elk moment weer.
Ik geef ze ook namen.
Dit heet de godenboogjes.
We kennen heel wat namen en ik daag studenten vaak uit met eigen benamingen te komen. Iedere dag een beweging uitvinden, dat is je ware.
Dit principe van bewegen komt vanuit het midden. Niet vanuit hoofd en ogen, of armen of bekken (zoals veel dansvormen als salsa enz.) maar echt precies vanuit het midden en wordt ondersteund door lage rug en bodem/bekkenspieren en benen.

Articulaties
In de mime corporel techniek kennen we
• articulaties vanuit hoofd (op de atlas),
• de nek (een paar nekwervels tegelijk),
• de buste (nog meer wervels maar zoveel mogelijk alleen boven de grens van de laatste ribben van de ribbenkast,
• het middel (niet het bekken maar de wervels tussen bekken en borstkas)
Daarna volgt dan nog het bekken.
De articulaties in de benen en de armen is weer een ander verhaal.
De armen kunnen zich ook in bogen articuleren en ook de benen kunnen dat.
Voor de armen kennen we La belle Courbe (de mooie boog) die naar beneden en naar boven gespannen kan worden – zeg maar als een paraplu en een paraplu die zich omgedraaid heeft.
In electric boogie woogie zie je dit toegepast. In de pantomimische vogel krijgt dit een letterlijke vorm.
De ruggengraat kent van nature 2 bogen. Door de bogen uit te vergroten kun je in totale lijf een rups – of golf beweging produceren. Dat kan ook in de armen.
Of zelfs in de handen.
Je beweegt bij de handen dan echt vanuit het midden van je handen, de vingers laat je achter.

Vanuit het midden
Al die bogen kennen dat principe: je beweegt vanuit het midden.
Dat ben je als ongeoefende beweger, danser niet gewend. Als je iets wilt kijk je eerst en dan beweeg je altijd het meest buitenste deel er naar toe,
Bijvoorbeeld je vingers/hand en dan je arm en dan je lijf.
Door de andere onderscheiding kun je meer met de beweging spelen en uitdrukken en in de ruimte tekenen. Het is ook grappig als je het bij een functionele beweging omdraait: bijv. Je probeert het biertje te pakken vanuit het midden van je lijf zodat je hand als laatste precies bij het flesje aankomt. Moet je goed inschatten.

Bijhijgen
Ik ben al uitleggend aan het doornemen en aan het voordoen.
Als de armen volgen wordt het zwaarder want de boog wordt nog groter.
Alles werkt dan in dezelfde richting.
We zien al een glimp van bekende sculpturen in de verschillende posities terug.
Als de armen dan tegengesteld werken en met weerstand (trekken of duwen) tegen de boog richting ingaan wordt het nog zwaarder en worden de figuren als klassieke standbeelden die zo het atelier van Rodin zouden kunnen komen. De Adam, Eva figuur, de smeekbede aan God, enz. Alle Griekse en Romeinse beelden zo een keer opzoeken dat zou een goede studie zijn.

Inmiddels is Cornée al een paar keer aan het bijhijgen.
Hij is een snelle leerling, kan al heel wat, zeker geen amateur, maar is dit intense werk niet gewend. Ruth is wat meer mans, is bezig op de faculteit Theater af te studeren dit jaar en is mijn werk al wat langer gewend.

Stilstand en beweging in 1
Dan geef ik de door mij ontworpen looppositie en manier aan.
Best lastig en nog heftiger, want hier ben je steeds bezig op de meest kleine richel van je kunnen het gewicht te verplaatsen.
Waarom zo moeilijk?
Ik wil èn stilstand èn beweging tegelijk vangen.
Ik wil de intensiteit continu hoog houden en nergens minder laten worden of laten verslappen.
Tot het uiterste gaan is niet alleen fysiek. Juist ook heel veel concentratie is nodig en het is ook een mentaal gevecht om alle gedachten weg te halen die in de weg zitten.
Op alle niveaus trekken en duwen – even haperen en dan weer iets verder.


'Sijpelende tranen' - ets van Emmy Chau boekomslag Geleende Lichamen

Gutsen
Ik wil hiermee een grote kwetsbaarheid en kracht tegelijk tonen.
Weerstand die in het hele lijf opgeroepen wordt en niet verzaakt. Als een enorme gutsstreek door de ruimte wordt getrokken.
Gutsen doe je met een beitel in hout, of in kurk of linoleum om grafiek te maken.
Daar voel ik me erg verwant mee.
Met de weerstand toon je leven.
Je lichaam is een landschap.

De val
Met het plotse vallen, loslaten van de spanning in de benen komt er net als bij een gespannen veer die breekt, een enorme spanning vrij.
Het valmoment wordt onmiddellijk daarna bevroren, stilgezet, waardoor de spanning zich nog verder verdiept en verintensiveert.
Het werkt ook op de adem en de ruggengraat door. Er ontstaan variaties in krommingen – houdingen en trekkingen die de expressie verder variëren en verdiepen.

dinsdag 10 mei 2011

Een rafelige kwestie



De mimegroep Walking faces onderzoekt in samenwerking met het Museum voor Moderne Kunst Arnhem de schoonheid van de vergankelijkheid. Dit in een vorm van een drieluik gebaseerd op de 3 grootheden: Het lichaam, de geest en de overstijgend ziel.

'Woordloos' - ets Emmy Chau voor boekomslag Geleende Lichamen.

Gedachten zijn net wolkjes, of beter nog oude t-shirtjes met teksten van vroeger erop die dan beginnen te rafelen aan het einde. Toch houden ze heel lang hun plezier vast. Niets is absoluut en alles slijt.
Niets doet zo zeer dan een oud t-shirt dat je jarenlang heeft gediend en opgewekt
uit elkaar valt en niet meer te redden is, daar gaat dan een heel stuk eigen. Een tijdelijk omhulsel. Iets dat je je aanmeet.

Yoda en ‘the force’
Nog steeds draag ik mijn Yoda shirt, ik ben er zuinig op en nog steeds voel ik ‘the force’. Een oud gediende, daar kan ik op bouwen en dat omhulsel is een stukje ziel,
Het betekent veel voor me, doet me denken aan zoveel momenten, die me dierbaar zijn. Het straalt nog steeds.

Ik heb voor het performance deel De Ziel 3 geleende lichamen.
Cornée Hordijk, Ruth Banis en Anita.
De laatste zegt af vlak voor aanvang. Tot mijn ontsteltenis, want de hele compositie opzet is gemaakt op 3 extra.
Naast Anoushka Wielink – Sarah op cello en ikzelf, wil ik de betekenis van de dood overstijgen door niet alleen het bewegingsspel van 2 acteurs centraal te stellen maar door met de meervoud uit te komen bij de overstijging.
2 paren zijn eigenlijk nadrukkelijk weer 2 paren. Met 1 speler meer kan ik ontsnappen aan de betekenis hiervan.


The making of èn Dantes Inferno
29 april aan het werk in het Parktheater.
We werken ook keihard aan de laatste hand voor het boek.
De 1e druk – oplage 100 worden alle handmatig gevouwen en gesigneerd.
We willen klaar zijn voor de geïnteresseerde bezoeker en hebben daarvoor al de eerste 2 delen van het maakproces in woord en beeld vastgelegd.http://www.blogger.com/
Het derde deel komt later na de performance in het museum en er zal ook een dvd worden gemaakt van de videoverslaggeving: ‘the making of’ zeg maar.

Alle 3 delen in full colour met alle krabbels en uitspraken en mijmeringen over het maakproces van Geleende Lichamen.

Emmy Chau maakt 2 etsen voor de wikkel om de delen heen, geïnspireerd op Dantes Inferno.

Diepte
Ik ben vanaf 11.00uur met Cornée en Ruth aan het repeteren. Om ongeveer 13.00uur komt Anoushka aan uit Parijs en we kunnen in het totaal de ‘mise en scene’ doornemen. Die blijft grotendeels open. Net als de frasering gaat het niet om vaste posities of controle maar meer over richting die niet eindigt en elke keer anders ontstaat. Controle is hier inlossing van de spanning. Ik wil op alle fronten intensiteit veroorzaken. Het is alsof jezelf steeds weer anders een puzzel begint en dan zonder naar de afbeelding te kijken.
Af en aan zit ik er ook zelf in. Ik regisseer, speel mee, coach.
Stap voor stap leid ik Ruth en Cornée naar de diepte.