6-3-2011 met Sarah Walder in ’t MMKA
Veilig
We hebben Peter de Kok van ’t MMKA zo gek gekregen dat we op zondagochtend het museum in mogen. Tenminste hij zou het doorgeven aan de beveiliging, en dat is het hekele punt. De beveiliging weet van niks om 11.00uur des ’s ochtends en zo staan er 3 afwijkende niet passende mensen met cello en krukje en camera in de foyer. Er wordt gebeld. Tenslotte neemt de baas beveiliging een besluit en kunnen we door terwijl de groep senioren die de zondagochtend besteden aan museum ipv kerk zich meditatief door het museum heeft verspeid.
Het is best een aanloop en dat zou je op carnaval zondag niet verwachten. Kunnen we meteen proefdraaien in het echt. Op aanwijzing van het beveiligingshoofd blijven we met onze eerst verlegen geluiden tegen de ramenwand (het verst van de schilderijen vandaan). Als er geluid klinkt schieten er haastig beveiligingsmensen tevoorschijn die reageren op de ongebruikelijke klanken. Het zijn er 3. Albert hebben we de vorige keer meegemaakt.
Ontzettend aardige man. De anderen kennen we nu ook. En ook ongelooflijk toeschietelijk. Ik geneer me bijna dat we er zijn en ze lastig val. Want onze praktijk gaat buiten alle gebruikelijke codes om en tegen alle conventies in die in het museum voelbaar zijn.
De heilige tempel
Tjerk heeft gelijk: het museum is een plaats waar tijdgebonden gebeurtenissen en uitingen onwennig worden bekeken en dat wordt ook bewezen door de ‘argeloze’ bezoeker die ons in de rondgang bij de tentoonstelling ‘Remember Me’ treft. Eerst deinst de bezoeker terug en dan met gepaste afstand blijft men geintrigeerd en meestal met een kleine glimlach toekijken. Als ik merk dat ze beschroomd zijn om langs de doodsportretten te gaan kijken, geef ik ontspannen aan dat ze natuurlijk door onze activiteit heen kunnen lopen en geef ook tekst en uitleg.
Er is precies 1 bezoeker die het geheel niet kan apprecieren en hij vraagt eerst beleefd waarom we daar zijn en na uitleg geeft hij aan dat ze eigenlijk niet gestoord willen worden in het bekijken van hun kunst. Ik zeg hun kunst, want in de beleefde woorden proef je onlosmakelijk een verlangen met rust te worden gelaten. Het museum is een heilige tempel. Met die stelling begon ik de blog. Zie blog 1 – onderzoeksvraag. Het is echt waar. Maar er is hoop. Want de meeste bezoekers die ons troffen genoten zichtbaar. Enkelen gaven aan dat het heel goed paste bij de doodsportretten. Wij blij natuurlijk, het gaf ons moed.
Nooit stil
Tegelijk proeven we deze keer de realiteit van de performance omstandigheden. Er is aan 2 kanten geluid. En voor de cello betekent dit dat er nooit stilte is. De zich eindeloos herhalende muziek van andere kunstwerken aan weerszijden van de doodsportretten gang moeten we wegduwen, willen we daar mee om kunnen gaan. Het eerste dat we merkten dat we (opnieuw) door de ruimte en afgedwongen museum conventie, beleefd, voorzichtig, klein en verlegen blijven. Dat heeft niets te maken met de doodsportretten van Jan van Herwijnen. Die spreken juist een dynamisch levend iets uit terwijl het doodsportretten zijn. Vreemd. Toen we bij het verlaten van het museum door de begane grond expositie naar het museumcafe gingen en door de eigentijdse installatie heen liepen, kwamen we veel muren vol onderbroeken tegen. De onderdrukte giechels van het zich verwonderend publiek bevestigt precies dat schrille contrast. Alsof je, zoals mijn dochter Naomi laatst overkwam, per ongeluk een scheet ontsnappen laat in de openbare bibliotheek terwijl er niemand is om het op af te schuiven.
Schelpengeluid
John Cage is natuurlijk onze grote held voor het geluid. In de jaren 70 en 80 genoot ik van de ongebruikelijke concerten van bladeren en schelpen in het Stedelijk museum van Amsterdam. Daar was ik trouwens altijd wel te vinden omdat de Cobra bibliotheek ongemeen groot was en omdat het uitzicht toen op het museum plein en de wonderen van Tingueley voor het raam me altijd blij maakten. Dat doet het museum cafe in Arnhem ook. Wat een plek, wat een uitzicht. Zelfs gluten vrij gebak! Nog een grote componist: Ligetti!Wat Cage over geluid weet te melden moet ik weer opnieuw lezen.
De lage D, mieren op mijn hoofd en 49 keer Sjoerdbasstem
Acadabra. Hoe bouw ik een compositie in geluid-klank-cello. Wat is de structuur en hoe komen we tot een eerste opzet. Noten kieperen we overboord. Daarmee speel je niet. Je speelt met de cello en 80% of meer met je strijkstok. In dit geval zeggen noten niets. We komen tot inzicht door te spreken over structuur – zeg maar:
- Mieren in je hoofd zijn korte kriebelende ijle plukjes met de hand op de cello die volgen op de lage D strijkstoksneer
- De lage D toon heeft overeenkomst met de lage basstembromzoem van Sjoerd en die lijkt heel erg op de geschilderde liggende dode man van jan van Herwijnen. Alsof je dus daar echt even tot rust komt.
Emmy heeft bijna een uur lang op de video vastgelegd: het gesprek schiet echt alle kanten op en voor een buitenstaander raakt het vast kant noch wal. Het is daarom zeker mal en om van te smullen zo leuk (vooral Sarah) maar het snijdt ook wel degelijk hout!
Handenwerk
Na een uur hebben we een eerste opzet: een vocabulaire die bestaat uit een structuur van 3 x 3 minuten incluis 49 x korte basstem van Anoushka en Sjoerd die samenvalt met de D van de cello strijkhand van Sarah en de ijle plukjes en strijkstok aanrakingen op de afzonderlijke snaren. De ijle tonen worden verder ‘gezet’ met de hoge stemgeluiden die Sarah kan produceren terwijl ze speelt. Boeiend om te zien hoe ze handenwerk, oogopslag, stem en concentratiegrimassen en posities combineert. Sarah is echt een begenadigd cello mens. De posities zijn een integraal onderdeel van het cellospel. Daarmee wordt Sarah echt de cello. We gebruiken ondermeer een liggende positie op de vloer die zich dan in de gegeven 3 minuten 90graden verplaatst. Klank is ruimte! En de 3 minuten gaan dus op 3 plekken plaatsvinden met daartussen een verplaatsing. Dit moet je zien met de ons nu voorgenomen liggende positie van de 2 mimespelers naast CelloSarah. We willen de muziek als vertrekpunt voor het mimespel. We willen De Geest in dit deel vangen. Het mime wordt dus statischer en gebruik makend van de lichaamspositie in de ruimte. Het articulatiespel is voornamelijk in de hoofden gegeven, los van het lijf. Denken we. Want hier gaan we op door.
Ik heb een beetje hier en daar wat uitgeprobeerd toen onze eerste opzet al proberend duidelijk werd. En toen we nadrukkelijk voorbij het zware neerdrukkende van de museum omgeving konden denken en ons meer op het dynamische van de doodsportretten richtten. Het wordt kortom vrolijk: met leven! En waarom die 49xbasstem? Het staat interessant!
‘Not a tie’
Geen (strop)das om dus! In het cafe zetten we de structuur en de basisafspraken op papier. Het is vooral krabbelen om spanningsboog en soorten vocabulair te duiden. Nogmaals: noten hebben hier geen belang. In het begin vroeg ik Sarah om Bach en Mattheus Passion een stukje te spelen. De eerste kon niet echt want dat speelt ze eigenlijk op gamba, de tweede ook niet want het duurt 2uur voordat haar partij met Jesus aan het kruis voorbijkomt, maar toch. Om even uit te proberen. Nou ja, je wordt meteen vervuld van hoop en bovenal van inlossing. Als contrapunt zet je ook het publiek meteen op een verkeerd spoor.
Je maakt er velen gelukkig mee, maar we zijn hier op een andere queeste.De queeste van de a logica. Ik denk vaak in dynamiek als een musicus. Voor Sarah ben ik een van de weinigen die haar vraagt niet in herhaalbaarheid en inlossing te spelen, zonder vaste maatsoort. Puur en als een conversatie. Er zijn talloze goede musici als Armstrong, Chat Baker die daar dicht bij spelen. Geweldig, eindelijk vrij.
Ventilatorzoemdeun
Hoempapa ofwel de ventilatorzoemdeun carnaval - Fijn carnaval. Terug naar huis rijdend kom ik de thuisstraat niet in. Afgezet. En op het kruispunt Hommelseweg-Onder de Linden volop een deinende gelukzalige mensenmassa en geluidgeweld van al die bekende mee zingers als je niets meer weet na veel bier. Schril contrast. Ik leg er een stukje van vast op video. Om me blijvend over te kunnen verbazen. Tegelijk verwonder ik me over mijn eigen bezigheden. Zou ik niet beter Meer bier Minder kunst. Bierkraan open, subsidiekraan dicht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten