donderdag 24 februari 2011

Een Pratende Mimende Man

Rust en fysiek bewogen
Zoveel rust in het museum op maandag. Ik ben in de koepelzaal van het mmka – in de Jan van Herwijnen doodsportrettengalerij. Samen met Emmy Chau die videoverslag doet en schetsen maakt. Later met Barbara Ebner die onderweg is met vrachtwagen vanuit Duitsland en later op de middag inkomt. We sluiten ons de hele dag op in het museum. Ik onderzoek de dood. Dat wil zeggen ik onderzoek hoe ik samen met Barbara Ebner en Anoushka Wielink de doodsportretten omzet in een lijfelijke performance. Dit deel ‘focused’ op Het Lichaam. Het zal 6 minuten duren. De presentatie van het 1e deel wordt a.s. zaterdag om 15.30uur in CultuurKapel – Huis van Puck voor een kleine schare geĂ¯nteresseerden/genodigden. Ik wil in totaal 3 delen maken – onderzoeken: lichaam, geest en ziel als een drieluik schildering. Waarom 6 minuten? We willen niet de illusie van een ingevuld verhaal of een theater stuk – we willen onze vinger proberen te leggen op de fysieke aanraking die de doodsportretten teweeg brengen. Fysiek bewogen. Daar ontkom je niet aan bij een wand vol Herwijnen. Hoewel het er maar 14 zijn van de 20tal die hij indertijd in het Mortuarium schilderde. Ik ken de schilderijen via digitale reproductie. Ik heb de expositie expres niet eerder bezocht en laat ruimte – samenstelling – licht – intensiteit op me in werken.
Het gaat me om jezelf betrappen in het maakproces. Meestal ben ik al ver bezig over de eerste impulsen heen te verbeelden en te maken naar een eindresultaat/vorm/invulling. Nu probeer ik de stappen bloot te leggen.

Remember me
Remember me
Forget my fate
Thy hand Belinda
Darkness shades me
On thy bosom let me rest
More I would but death invades me
Death is now a welcome guest
When I am laid, am laid in earth
May my wrongs create no trouble
No trouble in thy breast

1689 Henry Purcell, opera Dido en Aeneas: vlak om de hoek klinkt dit operafragment om de zoveel tijd uit een klein speakertje. Maakt onderdeel uit van totaaltentoonstelling en zeer aanwezig op deze maandag.

Ik maak gebruik van mime corporel in mijn fysieke vertaalslag.
- Eerste impuls:
Rondgang en licht laten me telkens van links naar rechts lopen
de verbreding bij het raam roept een belofte op; erachter zie je ook gefilterd door vitrageafscherming de schaduwen van een bomenpartij

- Tweede impuls:
Ik doe alles uit en mime langs de portretten
het is een langzame loop met veel ingehouden tegenkracht
met vastpakkende versnellende armen, handen, dan weer los, met adem vrij en laat lijf vallen loodrecht om dan even later de spanning weer op te vangen en als een worsteling verder bouwend van punt naar punt, handen die zich vormen als knuistjes om jezelf vast te houden?
Overgave in open handen, hoog opgetrokken schouders terwijl de armen gelaten hangen, gekruist over elkaar met de handen geopend naar buiten, een lange hals partij die zich laat zien in kwetsbaarheid, een smalheid in lopen en spanning die evenzo ‘t kwetsbare en broze in zich draagt. Het zijn voorbeelden van vormen maar vooral van intensiteit en articulaties, vormen van aanraking, vertaling van abstracties in de muziek van beweging.

Een pratende mimende man
Waar is mijn blik? Waar zijn de ogen?
Wat doe ik met naar buiten? Blik is dichtbij, zacht, niet starend, niet vragend, geen commentaar, dichtbij maar niet weg, niet hechtend en niet betekenis aangevend door het kijken.
Het glijdt overal langs, druppelt, verwondert zich in het klein, volgt, geeft richting aan ruimte, is ruimte. Een cocon. Dat werkt ook zo voor grotere gebaren of poses. Ze worden tot pathetiek of voluit ausdrucktanz als het doorgezet wordt in ogen en expressie.

Dan ga ik naar de grond en vorm mezelf in een hoekje of zittend of liggend. Alsof ik bescherming zoek. En dan kruip ik in de uitdrukkingen, de spanning in de portretten zelf. Ik probeer de spanning uit van de gezichten, de laatste inademing en het weglaten lopen van de adem zonder de spanning los te laten. De ogen stil dichtbij. Sommige delen van het gezicht hangen door het gewicht en positie sterk opzij of naar achter. Terwijl ik het doe beschrijf ik wat ik doe. Ik blijf ook docent. Het is intrigerend en ook grappig om terug te zien op videofragmenten die Emmy maakt: een pratende mimende man.

Een soort zijn
Ik leg uit dat het vooral een soort zijn is dat ik zoek en niet een expressie/uitdrukking.
Er zit niet per se pijn in de schilderijen. Je ziet een worsteling, je ziet het verraad van het lichaam dat niet zo sterk is dat het kon doorgaan. Het vlies tussen er zijn en er niet zijn is dun. De schoonheid ook van vergankelijkheid is de onmacht en het opgeven. Dat kwetsbare smalle lijntje. De portretten hebben andere kleuren. Bij een aantal heb je een soort lichtere stralenaura om het hoofd alsof ze het lijf naar boven verlaten, en bij andere portretten is er door de achtergrond kleur en schakering en ritmiek een beweging ontstaan die lijkt alsof de persoon over de zee weggaat. Perspectieven zijn bij elk portret anders. Er is 1 groot liggend doek van een gehele man. Als een kroon hangt dit doek boven de andere 13 portretten. Er is een keuze in volgorde. Voor mij is het eerste portret een soort wachter. Deze lijkt ook het meest wakkere. Hij lijkt nog de hele galerij af te kijken. Als je dichterbij komt zie je hoe goed toch de verglaasde blik is getroffen.

Levend
Barbara vind de portretten meer een leven uitstralen. Het lijkt voor mij ook dat ze onderweg zijn – op reis. Ik kijk naar haar eerste impulsen in beweging als ze middags binnenloopt.
Zeer spannend om te zien dat we bijna de zelfde intensiteit en lichaamsdelen gebruiken zonder vooropgezet plan. We gaan een aantal improvisaties aan, uit proberen, en praten erover wat we tegenkomen. Vooral het loslaten, vallen en opvangen, als een hapering onderweg, onverwachts in een langzame verplaatsing is een abstrahering die het intieme en spanning en kwetsbaarheid in zich draagt. Ook de aanrakingen zonder betekenis van aanraking of gebaar door er met de ogen niet op in te gaan, brengt 2 lichamen bij elkaar en versterkt de hapering en intimiteit.
Het lijkt mime, het lijkt butoh, het lijkt dans. Woensdag gaan we hierop door. En zullen we Sarah en cello aan een eerste lijn confronteren. Meer hierover in mijn volgende blogverslag.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten